dinsdag 20 mei 2008

Droom en werkelijkheid

Verrast waren we zeker door het grote aantal fietsen voor de deur, het drukke gepraat van de bezoekers en de lange rij voor de kassa. Positief verrast, want dit is toch een teken dat er veel mensen op de uitvoering zijn afgekomen.
In het Tropenmuseum in Amsterdam is de grote lichthal ingericht als concertzaal. We kunnen achterin nog net een plaatsje bemachtigen voor Symphony Arabica van de Nederlandse componist Merlijn Twaalfhoven. Hij dirigeert dit unieke werk met groot enthousiasme. Een enthousiasme dat hij deelt met de vele concertleden, de tientallen schoolkinderen en de bezoekers.
Twaalfhoven heeft dit stuk gecomponeerd als project om muziekculturen uit het Westen en Midden-Oosten bij elkaar te brengen. Modern klassieke klanken die overgaan in traditionele muziek. Het muziekstuk is in het Midden Oosten (Jordanië en Palestina) en in Nederland uitgevoerd.

In Nederland staat de voorstelling in het teken van de herinnering aan 1948. Het jaar van het ontstaan van de staat Israël, de Nakba. De grote catastrofe zoals de Palestijnse vluchtelingen het noemen. In het Tropenmuseum bezocht ik hierover de mooie tentoonstelling 'Palestina 1948' , met veel video’s van de vluchtelingen uit 1948. Maar vooral de foto’s van de plekken waar de vluchtelingen na zestig jaar nog steeds van dromen, die soms nog herkenbaar zijn, maar vaak ook totaal zijn veranderd, vond ik erg intrigerend.
Tijdens het concert maakte het optreden op het balkon, van een vluchtelingengezin in klederdracht, de meeste indruk op mij. Onder het grote doek met daarop ‘Palestina 1948’, zongen zij Palestijnse liederen. Maar ineens klonken er herkenbare woorden. Ze zongen een indrukwekkende Nederlandse tekst, accentloos en heel confronterend. Het was ineens zó dichtbij!

Ontroerend was ook de rol van de tientallen schoolkinderen die met eenvoudige, zelfgemaakte instrumenten geluidseffecten produceren die vanuit verschillende kanten de ruimte vulden. In Jordanië en Palestina zijn het kinderen uit vluchtelingenkampen. In Nederland zijn het kinderen van verschillende (muziek)scholen. Op de website beschrijft Twaalfhoven hoe bijzonder het effect is in de open lucht, wanneer de kinderen spelen vanaf de balkons in Bethlehem. Dit effect is natuurlijk niet te bereiken in de hal van het Tropenmuseum. Hoewel ik me dat met enige fantasie wel goed kan voorstellen.
Naast melancholische liederen en gedichten vormen de vrolijke geluiden van de kinderen een schitterend contrast. En als de kinderen onze toekomst zijn, dan moet dit toch een goed teken zijn.

Bea de Buisonjé

dinsdag 6 mei 2008

Hou maar even je kop

Eergisteren was het weer Dodenherdenking. Op het kleine kerkhofje van Beesd verzamelde zich wéér een grotere groep mensen dan vorig jaar. Ondanks de voorjaarvakantie. En er waren weer meer (heel) jonge mensen bij.

Twee minuten waren we stil.
In Beesd en in heel Nederland.
In die twee minuten gedenken we al die mensen die vielen. Bleven in de strijd, of zelfs zonder enige vorm van strijd…

En niet alleen in de Tweede Wereldoorlog.
Twee minuten lijken soms maar zó kort. Ook eergisteren weer. Twee minuten voor al die miljoenen doden.

En toen, op bevrijdingsdag, kwam in zo’ n vermaarde discussie aan onze fameuze P&B-lunchtafel het historisch besef.
Alle oorlogsdoden, ze verdienen allemaal toch eigenlijk minstens hun éne minuut herdenking? Eén minuut per dode. Wat is dat nou? Een schijntje.

Eén minuut per dode. Eén lullige minuut.
Dan zouden we nog 100 jaar stil zijn.

Robert Jan Pabon.

‘t Is wel een discussie waard.
Ik vind dat er te veel wordt stilgestaan bij een oorlog van 60 jaar geleden en te weinig bij alle oorlogen die er sindsdien zijn geweest en nog steeds worden gevoerd.
Alleen maar omdat die oorlog van 60 jaar geleden nu toevallig hier is geweest.

Dus een minuut per dode? Wat doen we dan met alle miljoenen doden uit de Eerste Wereldoorlog? Of de doden in Cambodja, China, Rusland of Rwanda?

Ik vind 2 minuten genoeg. Als we dan maar wel écht stilstaan bij alle oorlogen die er vroeger en nu worden gevoerd. Stilstaan bij de waanzin van de macht.

Maar ik denk dat het nog veel beter is om stil te staan bij het herdenken van onze vrijheid. Dat we in Nederland al 60 jaar in vrijheid kunnen leven. Dat is minstens zo veel waard om te gedenken.

Bea de Buisonjé