maandag 28 december 2009

Dag Jaap

“Ik heb goede hoop dat ik met Oud en Nieuw een goed glas champagne zal drinken”. Dat zei Jaap Streefkerk in de zomer van 2008 toen hij had gehoord dat hij aan slokdarmkanker geopereerd moest worden. Jaap was eigenlijk een veel grotere optimist dan ik me soms realiseerde. Binnen P&B had hij als partner en collega jarenlang de rol om de zwarte Bono-pet op te zetten. Kijken waar het mis kon gaan, als er weer allerlei wilde plannen waren.
Om mij in toom te houden.
En niemand kon dat beter dan hij.
Misschien dacht ik daarom wel eens dat hij helemaal niet zo’n optimist was.
Maar ook toen hij de tweede keer kanker kreeg, bleef hij optimistisch. Het kwam allemaal goed.
En verdomd, hij had weer gelijk.
Dit najaar vertelde hij bij een biertje en een bord stamppot dat hij weer genezen was.
Twee-nul voor Jaap dus.
Hoezo zwarte pet?

Kort daarna meldde hij bijna kwansuis dat er een vlekje op zijn long was aangetroffen. Een maand of wat geleden kreeg ik een mailtje.

Ha Robert Jan,
Ben zojuist in UMC opgenomen, met eigen internetterminal aan m'n bed. Dus mooi moment om even te linken, niet? Ik ga morgen de OK in, jij heel veel succes gewenst deze week met training voor onze gezamenlijke vrienden!
Groetjes,

Ik bedacht hoe we al tig jaren geleden, toen het internet nog nauwelijks bekend was en MSN zelfs nog niet bedacht, ook al ‘chatten’. Jaap was techneut en had met een acoustic coupler een verbinding van zijn huis naar ons kantoor gemaakt. Zo konden we, in een tempo van ongeveer twee karakters per seconde en met duidelijk hoorbare toontjes, op elkaars beeldscherm ‘schrijven’.
Echt iets voor Jaap, de techneut.
Pas nu realiseer ik me dat het echt iets voor Jaap was omdat hij ook zorgzaam was. En betrokken.

De complicaties na zijn operatie zouden hem fataal worden.
Jaap, de partner waar ik zó veel aan had, gleed een paar dagen voor kerst uit het leven weg. Je kunt geen drie keer op rij winnen kennelijk.

Op de avond voor zijn begrafenis bedenk ik me weer hoe belangrijk vrienden, partners zijn. En hoe we ons steeds moeten realiseren dat mensen ook ander zijden, andere verdiensten, andere sterkten hebben dan die waarom wij ze al waarderen.
In het lokale Leerdamse krantje stond een prachtige advertentie van een hele serie buren die Jaap wilden herdenken. Hij was ook een positieve optimistische en geliefde buurman.
Waarom realiseren we ons toch zo vaak pas op het einde welke mooie eigenschappen de ander óók nog heeft?

Bedankt Jaap, je zette me weer eens aan het denken.
O ja, bijna vergeten dat je dat ook vaak deed.
Ik zal je missen.
Wij zullen je missen.
Velen zullen je missen.

Robert Jan Pabon

dinsdag 20 oktober 2009

Netwerken is/zijn altijd sociaal

Je kunt er niet omheen, sociale netwerken zijn er en zullen er zeker blijven.
Privé zitten we op Hyves, zakelijk op LinkedIn en sinds kort snuffelen we aan Twitter. Wat je aan dat laatste zakelijk hebt, moet ik eens goed uitzoeken. Dat is tenminste wat ik mezelf heb opgelegd. Dus heb ik me een tijdje geleden aangemeld. Kijk maar op twitter.com (beadeb).

Ik ben op zoek gegaan naar mensen, organisaties die ik graag wil volgen en waarvan ik denk dat ze iets zinnigs hebben te melden.
Voor mensen die het niet weten. Het idee achter Twitter is dat je aan iedereen die jou volgt in maximaal 140 tekens vertelt waar je mee bezig bent. Wat je twittert, moet je helemaal zelf weten. Maar of nu alles wat je doet ook voor anderen interessant is, is natuurlijk de vraag. Een tip over iets dat je hebt gelezen, of gezien is vaak het leukst. Wat te denken van een fotoreportage van de komeet die laatst een vuurbal veroorzaakt. Via een eenvoudig hulpprogramma (tweetdeck) kun je ook nog heel eenvoudig alle binnengekomen tweets (zo heten de berichtjes) beheren.

Het verschil met andere chatprogramma’s is dat je niet rechtstreeks met één persoon communiceert. Bovendien kan iedereen die jouw bericht leest dit bericht ook doorsturen. Zo kunnen een bericht, een url, een filmpje of een foto zich als een olievlek verspreiden. Iets wat je je altijd moet realiseren, zoals Ajacied Gregory van der Wiel laatst ondervond. Hij publiceerde een foto van zichzelf tijdens een hiphopconcert. En dat terwijl hij had gezegd met een hersenschudding thuis te zitten. In no-time stond het in de media.

De vraag blijft natuurlijk: hoe sociaal is Twitter? Sociale media zijn van alle tijden. Mensen ontmoetten elkaar in kroegen, herbergen of in het stadion. Omdat wij dergelijke netwerken ook erg belangrijk vinden heeft P&B laatst een aantal relaties uitgenodigd voor een stamppotmaaltijd in de plaatselijke herberg. Gewoon voor de gezelligheid; dat is toch het ultieme sociale netwerk. Vandaar dat ik denk dat voor P&B het persoonlijk contact nog steeds het beste werkt. Of het nu in de vorm is van een etentje of gewoon gezellig aan de lunchtafel.

Bea de Buisonjé

vrijdag 7 augustus 2009

Tevreden

Iedereen die in een armer, niet-westers land is geweest, zal het beamen. Ik ben pas geleden in Tanzania geweest en veel mensen in dat land líjken in meer of mindere mate gelukkig en tevreden, terwijl het een van de armste landen van Afrika is.
Terwijl jij denkt: wat een bende, dat is toch geen leven in dat krot, dartelen vrolijk lachende kinderen om je heen. En de volwassenen doen er niet voor onder, zijn trots op hun huis, ongekend gastvrij en delen graag het beetje dat ze hebben met jou.
Even schaam je je. Dat je klaagt over je rijtjeshuis. Dat je maar acht in plaats van vijftien paar laarzen hebt. Of dat je het zo drukdrukdruk hebt en al in geen tijden een ‘verwendagje’ voor jezelf hebt kunnen inplannen. Schandalig, wat voel je je dan een aansteller. Wat ben je een ongelooflijk verwend watje!

Maar dan besef je dat iedereen zijn eigen referentiekader heeft. Zij missen niet waar jij zo aan gewend bent dat je het zou missen. Het is die verdomde Maslow-piramide. Jij hebt alle basistreden beklommen en hoeft je alleen nog maar druk te maken over je ‘zelfontplooiing’ Maar zij hopen elke dag op genoeg eten voor hun kinderen en een dak dat het gaat houden, ook bij een flinke regenbui. En natuurlijk is Tanzania een relatief rustig land; geen oorlog en slechts matig corrupt. Het kan veel en veel erger en dan spelen ineens zaken van een heel andere orde een rol.

In het prachtige Tanzania is het logisch dat de mensen relatief tevreden zijn met weinig, want weinig zijn ze gewend. Veruit de meeste mensen hebben te eten, een bed en voelen zich veilig. Maar je gunt ze meer dan dat, want jij zou zó absoluut niet tevreden zijn. Dus je strooit met snoepjes en donaties alsof dan alles goed komt. Maar je mag je afvragen wie je daarmee gelukkiger maakt. Want is het niet alleen goed voor je eigen gemoedsrust? Dat je op je eigen lijstje ook ‘maatschappelijk betrokken’ kunt aankruisen?

En eenmaal terug in eigen land zit je veel te snel weer in je oude patroon van rennen en klagen. Stiekem jaloers op hun rust en eenvoud. Maar je wilt niet ruilen en kúnt ook niet ruilen. Want het zou niet hetzelfde zijn. Je zou claustrofobisch worden in dat kleine lemen huisje. En die prachtige doeken om je lijf maken van jou een rare wanna-be excentriekeling. Andersom worden zij vast doodongelukkig van de rechte akkers, de bureaucratie en het binnen op je luie reet zitten. We kunnen hooguit nieuwsgierig naar elkaar kijken. En beseffen dat we het zo slecht nog niet hebben. (Geen) geld maakt uiteindelijk niet het verschil.

donderdag 26 maart 2009

Mijn naam op de muur!

Steeds vaker kom je acties tegen van goede doelen, waarbij je je naam aan je ‘gift’ kunt koppelen. Een typisch uit Amerika overwaaiend fenomeen. Wie kent niet de naamplaatjes op bibliotheken, of bankjes in het park.

Heel anders is het natuurlijk als je niet je eigen naam erop zet, maar op deze manier een overleden dierbare kunt herdenken. De bomen in het Koningin Wilhelmina-bos bij Dronten zijn hiervan een mooi voorbeeld.

Tot gisteren heb ik nooit de behoefte gevoeld om mijn naam aan een goed doel te verbinden. Dit keer zie ik echter wel een goede reden. Hier kun je een open brief sponsoren. Een brief die geschreven is door de Zuid-Afrikaanse mensenrechtenactivist Farid Esack. Deze brief zal op 10 mei over een lengte van 2625 m op de Muur worden gespoten die de Israëliers hebben gebouwd. De tekst komt aan de Palestijnse kant te staan in de buurt van Ramallah.
Dat ik daar mijn naam juist wel bij wil zetten, doe ik voor de mensen achter die muur. Door mijn naam en de vele andere namen weten ze dat er mensen zijn die ze niet vergeten. Daarmee leveren we het bewijs dat je een volk zelfs met een scheidingsmuur van 620 kilometer niet zomaar weg werkt.


Bea de Buisonjé

dinsdag 6 januari 2009

Omgekeerde wereld

Steeds vaker valt het me op dat we in een omgekeerde wereld leven. In plaats van vrijheid en optimisme, voel ik me beperkt en opgesloten. Het glas is bovendien halfleeg en de inhoud is tot in de laatste molecuul bekend.
Er is zoveel wat vastligt, van je vingerafdruk tot je gewenste sociale gedrag. Neem nou het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Wie de piep denkt Klink wel dat-ie is? Kijk, dat hij een idee heeft om gegevens gemakkelijker toegankelijker te maken voor verschillende hulpverleners, dat klinkt logisch. Maar dat gewoon zomaar doorvoeren zonder handtekening van degene wiens gegevens je op straat gooit? Want ze reppen over vertrouwelijkheid, maar hoeveel laptops hebben er al langs de weg gestaan?

Met een beetje pech heb je, net als ik, de ‘brief’ van Klink per ongeluk bij het oud papier gestopt. Het was immers Sinterklaastijd en we werden overspoeld met folders. Uiteraard liet ik me door het missen van de brief niet uit het veld slaan. Ik heb op internet een bezwaarschrift ingediend tegen Big Brothers bemoeizucht. Het was jammer dat er geen veld was opgenomen voor ‘overige opmerkingen’, want dan had ik meneer Klink ook eens gevraagd naar zíjn schimmeltenen, erectieproblemen en haaruitval.

En er ligt zoveel nadruk op al het slechte. Een voorbeeld waar mijn haar recht van overeind gaat staan: dat reclamespotje over terroristische ideeën, waarin een betweterige schooljuffrouw uitlegt wat het te volgen stappenplan is als je vermoedt dat iemand zichzelf of anderen wil opblazen. Als je denkt dat iemand de neiging heeft om een beetje terroristisch uit de hoek te komen, moet je vooral goed naar elkaar LUISTEREN om er samen uit te komen. Dat zegt ze echt. En anders geef je de naam van deze ‘terrorist’ toch gewoon meteen door aan de politie? Ik denk dat dit soort spotjes mensen alleen maar hysterisch, paranoïde en bang maakt. Waar heb ik dat eerder gehoord? Oh ja, in die film van Michael Moore, Bowling for Columbine, waarin wordt uitgelegd hoe massale angst de voedingsbodem is voor geweld.

Het idee dat iemand meer van jou weet dan dat je misschien wil, maakt je bang. En iemand die bang is, gaat van zich af meppen. Terwijl we ons zouden moeten focussen op hoe we elkaar meer met open armen tegemoet kunnen treden. Zo was ik pas geleden bij een show van cabaretière Sara Kroos. Zij vertelde over haar vijfjarige dochter die op de kleuterschool een assertiviteitstraining krijgt, onder de noemer ´Stop, hou op!´. Daarin leert ze hoe ze van zich af moet bijten, zodat ze niet ten prooi zal vallen aan pestkoppen en geweld. Maar de vraag is natuurlijk: waarom moet zij van zich af leren bijten? Waarom leren vervelende, gemene kinderen niet om zich te gedragen? Om respect te hebben voor iemand anders en gewoon samen te spelen? Dan kunnen de ‘lieve’ kids gewoon lekker zichzelf blijven; onbevangen, onbevooroordeeld, fris en vol goede moed. Alle eigenschappen die we van nature meekrijgen. En laten wij als volwassenen dan maar snel het voorbeeld geven.

Uitgaan van het slechte in de mens. Gemak- en bemoeizucht. Het is de omgekeerde wereld. Tijd om hem om te draaien!